Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de Engel, [17]Die met mij sprak, ging [18]uit, en zeide tot mij: Hef nu uw ogen op, en zie, wat dit zij, dat er [19]voortkomt. 17. Of, die in mij sprak. 18. Te weten, uit den hoop der ruiters, die achter hem stonden; hfdst.1 vs.8. 19. Dat is, dat u in dit gezicht vertoont wordt. Hier wordt gesproken van de voorzienige regering Gods, gelijk in vs.6.